aansnijden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aansnijden (hulp, bestand)
- IPA: / ˈansnɛidə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·snij·den
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aan vz en snijden ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aansnijden |
sneed aan |
aangesneden |
klasse 1 | volledig |
Werkwoord
aansnijden
- overgankelijk het eerste stuk er afsnijden
- overgankelijk over iets beginnen
- (sport) de bal met de binnen- of buitenkant van de voet naar een medespeler schieten
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. het eerste stuk er afsnijden
Gangbaarheid
- Het woord aansnijden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "aansnijden" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be