Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • han·del·drij·ven
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
handeldrijven
dreef handel
handelgedreven
klasse 1 volledig

Werkwoord

handeldrijven

  1. inergatief het kopen en, vaak na transport, weer verkopen van goederen
    • De Boeginezen dreven handel in de wateren rond wat nu Indonesië heet en deden daarbij ook Australië aan. 

Gangbaarheid