dreef handel
- dreef han·del
vervoeging van |
---|
handeldrijven |
dreef handel
- enkelvoud verleden tijd van handeldrijven
- Ik dreef handel.
- Jij dreef handel.
- Hij, zij, het dreef handel.
- Ik dreef handel.
- Het woord dreef handel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.