handeldrijven/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van handeldrijven | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | handeldrijven | handel te drijven | ||||||
toekomend | zullen handeldrijven handel zullen drijven |
te zullen handeldrijven handel te zullen drijven | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben handelgedreven | te hebben handelgedreven | ||||||
toekomend | handelgedreven zullen hebben | handelgedreven te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
handeldrijvend | handelgedreven | ev. drijf handel |
mv. verouderd drijft handel |
drijve handel (bijzin) handeldrijve | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |
tegenwoordig (o.t.t.) | drijf handel | drijft handel | drijft handel | drijft handel | drijft handel | drijven handel | drijven handel | drijven handel | |
verleden (o.v.t.) | dreef handel | dreef handel | dreef handel | dreeft handel | dreef handel | dreven handel | dreven handel | dreven handel | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal handeldrijven | zult/zal handeldrijven | zult/zal handeldrijven | zult handeldrijven | zal handeldrijven | zullen handeldrijven | zullen handeldrijven | zullen handeldrijven | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou handeldrijven | zou handeldrijven | zou(dt) handeldrijven | zoudt handeldrijven | zou handeldrijven | zouden handeldrijven | zouden handeldrijven | zouden handeldrijven | |
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |
tegenwoordig (o.t.t.) | handeldrijf | handeldrijft | handeldrijft | handeldrijft | handeldrijft | handeldrijven | handeldrijven | handeldrijven | |
verleden (o.v.t.) | handeldreef | handeldreef | handeldreef | handeldreeft | handeldreef | handeldreven | handeldreven | handeldreven | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal handeldrijven handel zal drijven |
zult/zal handeldrijven handel zult/zal drijven |
zult/zal handeldrijven handel zult/zal drijven |
zult handeldrijven handel zult drijven |
zal handeldrijven handel zal drijven |
zullen handeldrijven handel zullen drijven |
zullen handeldrijven handel zullen drijven |
zullen handeldrijven handel zullen drijven | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou handeldrijven handel zou drijven |
zou handeldrijven handel zou drijven |
zou(dt) handeldrijven handel zou(dt) drijven |
zoudt handeldrijven handel zoudt drijven |
zou handeldrijven handel zou drijven |
zouden handeldrijven handel zouden drijven |
zouden handeldrijven handel zouden drijven |
zouden handeldrijven handel zouden drijven | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb handelgedreven | hebt handelgedreven | hebt/heeft handelgedreven | hebt handelgedreven | heeft handelgedreven | hebben handelgedreven | hebben handelgedreven | hebben handelgedreven | |
verleden (v.v.t.) | had handelgedreven | had handelgedreven | had handelgedreven | hadt handelgedreven | had handelgedreven | hadden handelgedreven | hadden handelgedreven | hadden handelgedreven | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal handelgedreven hebben | zal/zult handelgedreven hebben | zult/zal handelgedreven hebben | zult handelgedreven hebben | zal handelgedreven hebben | zullen handelgedreven hebben | zullen handelgedreven hebben | zullen handelgedreven hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou handelgedreven hebben | zou handelgedreven hebben | zou/zoudt handelgedreven hebben | zoudt handelgedreven hebben | zou handelgedreven hebben | zouden handelgedreven hebben | zouden handelgedreven hebben | zouden handelgedreven hebben | |
onpersoonlijke lijdende vorm handelgedreven worden | |||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||
tegenwoordig | er wordt handelgedreven | er is handelgedreven | |||||||
verleden | er werd handelgedreven | er was handelgedreven | |||||||
toekomend | er zal handelgedreven worden | er zal handelgedreven zijn | |||||||
voorwaardelijk | er zou handelgedreven worden | er zou handelgedreven zijn |