WikiWoordenboek:Onvoltooid deelwoord

Het onvoltooide deelwoord (ook: tegenwoordig deelwoord) is een deelwoord dat uitdrukt dat de actie van het werkwoord nog bezig is zich te voltrekken.

Het wordt in het Nederlands gevormd door achter de onbepaalde wijs (het hele werkwoord) de uitgang -d(e) te plakken.

Het deelwoord wordt vooral als bijvoeglijk naamwoord gebruikt:

Dit is een pakkend verhaal.
Vervelende verhalen zijn niet gewenst.

Maar het deelwoord heeft nog wel eigenschappen van een werkwoord. Het kan bijvoorbeeld bepalingen regeren:

Het in dit land voorkomende dier.

Het deelwoord wordt in het algemeen als een bijvoeglijk naamwoord verbogen.

In sommige talen wordt het deelwoord samen met een hulpwerkwoord gebruikt om tijden te vormen die een voortduring van de actie aanduiden:

Engels: I am working - ik ben werkende = ik ben aan het werk (present continuous tense)

In de Indoeuropese talen kon het deelwoord ook gebruikt worden om een bijzin in te luiden.

Duits : Sehend das sie traurig waren habe ich versucht die Menschen auf zu muntern

In het Nederlands is dit minder gebruikelijk geworden, maar het deelwoord kan nog wel een bepaling inluiden:

Hij liep een vrolijk deuntje fluitend naar zijn werk.
De reden is dat over het algemeen niet-Hindoes het niet op kunnen brengen deze verzen te lezen, nog steeds denkend dat ze iets lezen wat thuishoort in een ander geloof en daardoor in strijd zou zijn met datgene wat ze behoren te geloven volgens hun eigen geloof. - bhagavadgita.nl

In het Nederlands zijn de termen onvoltooid en tegenwoordig als synoniem te beschouwen, net als voltooid en verleden. Bovendien worden bijvoeglijke naamwoorden ook zonder meer als bijwoorden gebruikt en dat geldt ook voor deelwoorden. In het Nederlands is het tegenwoordig/onvoltooid deelwoord ook altijd bedrijvend, terwijl het verlede/voltooide juist lijdend is.

In andere talen, zoals bijvoorbeeld Russisch, is dit niet het geval. Russisch heeft evenals andere Slavische talen onvoltooide en voltooide aspecten in plaats van tijden. Er zijn daarom gewoonlijk aparte vormen voor:

  1. een tegenwoordig deelwoord van het onvoltooid aspect
  2. een verleden deelwoord van het onvoltooid aspect
  3. een tegenwoordig deelwoord van het voltooid aspect
  4. een verleden deelwoord van het voltooid aspect

Bovendien zijn er aparte vormen voor bedrijvende en lijdende deelwoorden. Dit zijn allemaal strikt bijvoeglijke naamwoorden. Als bijwoord gebruikt zijn er weer andere vormen.

De Slavische talen zijn hier niet uniek in. Alle Indo-Europese talen hadden oorspronkelijk een rijke verscheidenheid aan deelwoorden. Oudgrieks had bijvoorbeeld ook deelwoorden van de toekomende tijd en de aoristus.