WikiWoordenboek:Deelwoord

Een deelwoord is een vervoeging van het werkwoord die kan worden gebruikt als een naamwoord. "Deelwoord" is een uiteindelijk een leenvertaling van Oudgrieks μετοχή (metochè), waarmee werd aangegeven dat deze vorm zich deels als een werkwoord en deels als een naamwoord gedroeg. In het Nederlands is het gebruikelijk deelwoorden als werkwoordsvorm te beschrijven. In andere talen, waar deelwoorden zelf weer een groot aantal vormen kunnen aannemen, vormen deelwoorden soms een woordsoort op zichzelf.

Veel talen die de nadruk op tijd leggen -waaronder het Nederlands- kennen twee deelwoorden die als bijvoeglijk naamwoord kunnen worden gebruikt:

onvoltooid of tegenwoordig deelwoord
voltooid of verleden deelwoord

In sommige talen -het Russisch bijvoorbeeld- is er meer onderscheid vanwege het aspect en de vorm van het werkwoord.

Meestal -ook in het Nederlands- wordt het tegenwoordig deelwoord als onderdeel van de bedrijvende vorm gezien. Het voltooid deelwoord heeft meestal een lijdende betekenis.

de slaande man - de man die slaat - bedrijvend
de geslagen man - de man die geslagen wordt of is. - lijdend

Geslagen betekent dus eerder geslagen zijnde dan geslagen hebbende. In sommige talen is dat uitsluitend het geval en is de titel lijdend deelwoord meer op zijn plaats. Het tegenwoordig deelwoord kan dan bedrijvend deelwoord genoemd worden.

Het Russisch kent daarom vier deelwoorden:

bedrijvend onvoltooid aspect : ударя́ющий (vgl. slaande)
bedrijvend voltooid aspect : ударивший (vgl. geslagen hebbende)
lijdend onvoltooid aspect : ударя́емый(vgl. geslagen wordende)
lijdend voltooid aspect: ударенный (vgl. geslagen zijnde)

In het Nederlands bestaan ook pseudo-deelwoorden, die afgeleid zijn van een ander naamwoord, maar de vorm van een deelwoord hebben.