aanblijven
- Geluid: aanblijven (hulp, bestand)
- IPA: / ˈamblɛivə(n) / (3 lettergrepen)
- aan·blij·ven
- samenstelling van aan vz en blijven ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanblijven |
bleef aan |
aangebleven |
klasse 1 | volledig |
aanblijven
- ergatief in dezelfde functie blijven
- Nadat het schandaal bekend werd kon de directeur niet langer aanblijven.
- ▸ Johnson treedt ook per direct af als partijleider van de Conseratieve Partij. Vorige maand overleefde hij nog een vertrouwensstemming, toen een meerderheid van zijn partijgenoten vond dat hij kon aanblijven. Nu tientallen leden van zijn kabinet zijn opgestapt, treedt Johnson alsnog terug.[1]
- ergatief blijven branden
- Het vuur bleef tot diep in de nacht aan.
1. in dezelfde functie blijven
2. blijven branden
- Het woord aanblijven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanblijven" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Weblink bron “Britse premier Johnson stapt op, maar blijft zitten tot opvolger bekend is” (onderdag 07 juli 2022), NU.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be