seguir
stamtijd | ||
---|---|---|
tegenw. tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
segueixo | seguia | seguit |
3e vervoeging | volledig |
seguir
- overgankelijk volgen, achternagaan, achtervolgen
- overgankelijk vervolgen, voortzetten
- overgankelijk volgen, naleven
- onovergankelijk doorgaan
- se·guir
seguir
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
seguir |
seguía |
seguido |
volledig |
- onovergankelijk volgen, erna komen
- doorgaan, verdergaan
- overgankelijk volgen, achternagaan
- vervolgen, achtervolgen
- vervolgen, voortzetten
- La lluvia seguía cayendo en la noche. [1]
- [2] continuar, permanecer
- [5] perseguir
- ↑ Arturo Pérez-Reverte, El club Dumas, 1993 (2008 uitg., ISBN 9788466320702)