• ach·ter·na·gaan
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
achternagaan
ging achterna
achternagegaan
klasse 7 volledig

achternagaan [1]

  1. onovergankelijk op enige afstand volgen
  2. van een droom: een wens in vervulling laten gaan
     Ik begrijp dat mensen bang zijn om hun partner te verliezen of om alleen en eenzaam achter te blijven. Maar het verraste me dat mensen met een grote droom in een relatie hierdoor vaak hun droom niet achternagaan of eindeloos uitstellen.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers