Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·rij·zen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
herrijzen
herrees
herrezen
klasse 1 volledig

Werkwoord

herrijzen [1]

  1. ergatief opnieuw oprijzen, opnieuw gaan leven of functioneren
    • Na de bevrijding van '44-'45 herrezen Nederland en België als onafhankelijke democratieën. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen