• in·een·grij·pen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ineengrijpen
greep ineen
ineengegrepen
klasse 1 volledig

ineengrijpen

  1. inergatief tandsgewijs in aanraking met elkaar zijn
    • Het raderwerk kwam tot stilstand omdat de raderen door slijtage niet langer ineengrepen.