bestrijden
- Geluid: bestrijden (hulp, bestand)
- IPA: / bəˈstrɛidə(n) / (3 lettergrepen)
- be·strij·den
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bestrijden |
bestreed |
bestreden |
klasse 1 | volledig |
bestrijden
- overgankelijk de strijd aanbinden met iets of iemand
- De insecten in de achtertuin moeten bestreden worden!
- Het leger bestrijdt de vijand.
- ▸ Wachtend op het juiste moment om het juk dat haar geest in een ijzeren greep hield met open vizier te bestrijden.[1]
Een stelling bestrijden.
- Tegenargumenten voor een stelling noemen.
1. de strijd aanbinden met iets of iemand
een stelling bestrijden
|
- Het woord bestrijden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bestrijden" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be