kwijten
- kwij·ten
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘(zich...) doen, vervullen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1237 [1]
- afgeleid van kwijt met het achtervoegsel -en [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kwijten |
kweet |
gekweten |
klasse 1 | volledig |
kwijten
- wederkerend zich ~: een belofte inlossen of aan een verplichting voldoen
- Hij heeft zich aardig van zijn taak gekweten.
1. een belofte inlossen of aan een verplichting voldoen
- Het woord kwijten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kwijten" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "kwijten" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ kwijten op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be