• kwij·ten
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘(zich...) doen, vervullen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1237 [1]
  • afgeleid van kwijt met het achtervoegsel -en [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
kwijten
kweet
gekweten
klasse 1 volledig

kwijten

  1. wederkerend zich ~: een belofte inlossen of aan een verplichting voldoen
    • Hij heeft zich aardig van zijn taak gekweten. 
86 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[3]