aaneenrijgen
- Geluid: aaneenrijgen (hulp, bestand)
- IPA: / anˈenrɛiɣə(n) / (4 lettergrepen)
- aan·een·rij·gen
- samenstelling van aaneen en rijgen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aaneenrijgen |
reeg aaneen |
aaneengeregen |
klasse 1 | volledig |
aaneenrijgen
- overgankelijk aan elkaar vast rijgen (met name figuurlijk)
- Het aaneenrijgen van gebeurtenissen in een betekenisvol plot is erg moeilijk.
- aaneenbinden, aaneenhechten, aaneenkoppelen, aaneenplakken, aaneenschakelen, aaneenvoegen, combineren
- Het woord aaneenrijgen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.