reeg aaneen
- Geluid: reeg aaneen (hulp, bestand)
- reeg aan·een
vervoeging van |
---|
aaneenrijgen |
reeg aaneen
- enkelvoud verleden tijd van aaneenrijgen
- Ik reeg aaneen.
- Jij reeg aaneen.
- Hij, zij, het reeg aaneen.
- Ik reeg aaneen.
- Het woord reeg aaneen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.