doorbijten
- Geluid: doorbijten (hulp, bestand)
- door·bij·ten
- samenstelling van door en bijten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
doorbijten |
beet door |
doorgebeten |
klasse 1 | volledig |
doorbijten
- overgankelijk bijtend in tweeën verdelen
- De bougiekabels van zijn auto waren door een steenmarter doorgebeten.
- inergatief ondanks moeilijkheden volharden
- Hij was achteraf intens blij dat hij doorgebeten had en niet had opgegeven.
- Het is even doorbijten, maar dan heb je ook wat.
- [2]: volhouden, volharden, doordrukken, doordouwen
- [2]: opgeven
- [2] doorbijter
- Het woord doorbijten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "doorbijten" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be