volharden
- vol·har·den
- In de betekenis van ‘doorgaan met’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
- samenstelling van vol en harden [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
volharden |
volhardde |
volhard |
zwak -d | volledig |
volharden [3]
- inergatief ondanks moeilijkheden doorgaan met iets
- Er werd volhard dat dit onjuist was.
- Het woord volharden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "volharden" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "volharden" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ volharden op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be