dichtrijden
- Geluid: dichtrijden (hulp, bestand)
- dicht·rij·den
- samenstelling van dicht en rijden
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
dichtrijden |
reed dicht |
dichtgereden |
klasse 1 | volledig |
dichtrijden
- (sport) overgankelijk een achterstand ten opzichte van een tegenstander door rijden verkleinen
- Het woord dichtrijden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.