Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lof·prij·zen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
lofprijzen
(prees lof)[1]
lofgeprezen
klasse 1 volledig

Werkwoord

lofprijzen

  1. overgankelijk iemand lof toezwaaien
    • Hij was verheugd, zodat hij de HEER in de hemel lofprees. 
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Hoewel gescheiden vormen als "lof te prijzen" en "lofgeprezen" gebruikelijk zijn, komen de tegenwoordige en verleden tijden voornamelijk in ongescheiden vorm in bijzinnen voor.