krijten
- krij·ten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
krijten |
kreet |
gekreten |
klasse 1 | volledig | 1,2 |
- In de betekenis van ‘luid roepen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1265 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
krijten |
krijtte |
gekrijt |
zwak -t | volledig | 3 |
krijten
- (verouderd) luidkeels huilen of een kreet slaken
- De zuigeling heeft nog lang van de pijn gekreten.
- (valkerij) het luidkeels om voedsel van de ouders roepen van een jonge vogel
- met krijt tekenen
- De kinderen krijtten de stoep vol met kleurige bloemen.
- [2]: lanen
- [1] uitkrijten
- Het woord krijten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "krijten" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "krijten" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be