Nederlands

 
[2] krijtstreep
Uitspraak
Woordafbreking
  • krijt·streep
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord krijtstreep krijtstrepen
verkleinwoord krijtstreepje krijtstreepjes

Zelfstandig naamwoord

de krijtstreepv / m

  1. een lijn die getrokken is met een krijtje
     Aan de andere kant stond Dolochovs kozak die de gevangenen telde en voor iedere honderd een krijtstreep op de poort zette.[2]
     Tijdens de demonstratie gingen vrouwen op de grond liggen, met een krijtstreep om zich heen zoals dat op de plaats van een misdrijf wordt gedaan. Zo symboliseerden ze de vrouwen die zijn omgekomen door huiselijk geweld.[3]
  2. (textielindustrie) een textielpatroon bestaande uit dunne, parallel lopende lijnen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  3.   Weblink bron “Tienduizenden op de been tegen huiselijk geweld in Spanje” (07-11-2015), NOS