Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • krijt·wit
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen krijtwit krijtwitter krijtwitst
verbogen krijtwitte krijtwittere krijtwitste
partitief krijtwits krijtwitters -

Bijvoeglijk naamwoord

krijtwit

  1. zo wit als krijt, heel erg wit, meestal van het gelaat van een persoon die erg geschrokken of bang is
    • De bewuste foto’s brachten gisteren heel wat teweeg. Enkele mensen uit het publiek werd het allemaal teveel. Met een krijtwit gelaat verlieten ze de publiekstribune. ‘Dit is te confronterend’, zucht een meisje terwijl ze probeert te bekomen. [2]  
    • Zijn gelaat steekt krijtwit af tegen de zwarte kleding van de IS-beul, die van achteren een mes naar zijn keel brengt. [3] 
Synoniemen
Antoniemen
  • met rode blosjes op de wangen
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. De Standaard 02/10/2007 Dajo Hermans
  3. Volkskrant Annieke Kranenberg 6 september 2014,
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be