aaneenblijven
- aan·een·blij·ven
- samenstelling van aaneen bw en blijven ww
aaneenblijven
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aaneenblijven |
bleef aaneen |
aaneengebleven |
klasse 1 | volledig |
- van twee of meer dingen dat ze voortaan met elkaar verbonden blijven
- Het woord 'aaneenblijven' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.