aankrijgen
- Geluid: aankrijgen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaŋkrɛiɣə(n) / (3 lettergrepen)
- aan·krij·gen
- samenstelling van aan vz en krijgen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aankrijgen |
kreeg aan |
aangekregen |
klasse 1 | volledig |
aankrijgen
- absoluut aan het lichaam krijgen (kledingstuk)
- Hij kreeg die broek niet meer aan.
- absoluut bereiken dat iets brandt
- Ondanks de regen kregen ze het vuur vrij snel aan.
- overgankelijk als levering ontvangen
- Het woord aankrijgen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.