beknijpen
- be·knij·pen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
beknijpen |
bekneep |
beknepen |
klasse 1 | volledig |
beknijpen
- overgankelijk aan knijpen onderwerpen
- De veearts bekneep de hoef van het paard om te zien of er sprake was van gevoeligheid.
- wederkerig (scheepvaart) een proces waarbij het ene touw het andere doet vast zetten
- Dit is voor stengen met achtkantige hielingen, waarbij de windreepen elkander in de steng kruisen en bij het strijken in het hart niet kunnen beknijpen, [...]. [1]
- Het woord 'beknijpen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Handleiding tot de kennis van het tuig, de masten, zeilen enz. van het schip. Jan Carel Pilaarblz 185, 1858