herkrijgen
- Geluid: herkrijgen (hulp, bestand)
- her·krij·gen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
herkrijgen |
herkreeg |
herkregen |
klasse 1 | volledig |
herkrijgen
- overgankelijk opnieuw verwerven
- Het land herkreeg daarmee het grondgebied, verloren in de vorige oorlog.
- Het woord herkrijgen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.