zwart
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zwart
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘kleur waarbij licht niet wordt teruggekaatst’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1001 [1]
|
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwart | zwarten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
zwart o
- (kleur) achromatische kleur die wordt waargenomen als een voorwerp helemaal geen licht weerkaatst of uitstraalt
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | zwart | zwarter | zwartst |
verbogen | zwarte | zwartere | zwartste |
partitief | zwarts | zwarters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
zwart
- (kleur) de kleur zwart hebbend
- Hij had een zwart pak aan.
- (figuurlijk) een donker gelaat of uiterlijk hebbend
- ▸ Een seecker Moorjaen komende in't Sticht van Munster, quam voor een Hecke, alwaer hy niet wel door kon, en een Boer daer ontrent wesende, riep hem om het Hecke open te doen: Den Boer desen zwarten Mensche siende, was vervaert, en dorst niet komen, den Moorjaen begon te schelden, en dreyghde hem te slaen.[5]
- ▸ `Zwarte Piet of 'Pietje Pik', zo noemde het volk in de middeleeuwen de duivel.[6]
- (figuurlijk) somber, rampspoedig
- Een zwarte dag.
- Een zwart scenario.
- clandestien, illegaal
- Zwart geld
- Zwart werken
Bijwoord
zwart
- (kleur) de kleur zwart hebbend
- ▸ De zwart verkoolde buitenkant omhulde zacht, wit vlees.[7]
- clandestien, illegaal
- Zwart werken
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- Zwart van de honger zijn ( of zien)
Er uitgeteerd en mager uitzien
- Zwarte sneeuw zien
- De pot verwijt de ketel dat die zwart ziet
Een ander iets verwijten of hem aanwijzen als schuldige, terwijl degene die verwijt zich aan hetzelfde schuldig heeft gemaakt
- Het zwarte schaap zijn
Totaal anders dan de rest zijn, dat wil zeggen: de schuld van alles krijgen
- Hij liegt, dat hij zwart ziet (of wordt)
Hij is een aartsleugenaar
- Iemand zwart maken
Lelijke dingen over iemand vertellen
- Iets zwart op wit hebben
Een overeenkomst e.d. duidelijk vastgelegd hebben
- Op zwart zaad zitten
Geen geld hebben
Vertalingen
1. achromatische kleur die wordt waargenomen als een voorwerp helemaal geen licht weerkaatst of uitstraalt
|
|
Verwijzingen
- ↑ "zwart" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ ZWART (ROETKLEURIG), etymologiebank.nl
- ↑ Bijbels zwart is uit, leve de Groene Bijbel, Erik van den Berg, 3 december 2016
- ↑ Je hebt koel grijs en warm grijs - zie hier het verschil, Lida Thiry, 31 juli 2016
- ↑ Weblink bron Jan Pietersz. Meerhuysen , Clucht van een Moorjaen en een Boer (1659), uitgever onbekend, Amsterdam in: De geest van Jan Tamboer of Uytgeleeze stoffe voor de klucht-lievende ionckheydt, p. p. 221.
- ↑ Marijke van Raephorst “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat , p. 14
- ↑ Tim Voors “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
Bijwoord
zwart
- bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord
- zwartrijden: Hij reed soms zwart.
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zwarten |
zwart
Gangbaarheid
- Het woord zwart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "zwart" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Kleuren in het Nederlands (nld) (de kleuren zijn slechts indicatief) (zie ook: RAL-kleuren)
wit | lichtgeel | sneeuwwit | schelp | kant | linnen | kaki | vaalgeel | ecru | sienna | bruin | donkerrood | vuurvaste baksteen |
Indisch rood | lichtkoraal | zalm zalmkleurig |
donkerzalm | lichtzalm | koraal | tomaat | scharlaken scharlakenrood |
rood | oranjerood | donkeroranje | oranje | amber |
goud goudkleurig |
geel | groengeel | limoen | limoengroen | bosgroen | groen | donkergroen | donkerolijfgroen | donkerzeegroen | zeegroen | lentegroen | midlentegroen |
turkoois turquoise |
donkerturkoois | diep hemelsblauw | lichtzeegroen | donkercyaan | cyaan | lichtcyaan | aquamarijn | lichtturkoois | lichthemelsblauw | korenbloemblauw | donkerstaalblauw | koningsblauw |
blauw | middenblauw | donkerblauw | marine marineblauw |
midnachtsblauw | indigo | blauwviolet | donkerviolet | donkermagenta | paars purper |
middenvioletrood | dieproze | fuchsia / lila magenta |
violet | rose roze |
acaciaroze | orchidee | pruim | distel | rookwit | lavendel | zilver zilverkleurig |
donkergrijs | grijs | lichtleigrijs | donkerleigrijs |
zwart | ||||||||||||
Achterhoeks
Zelfstandig naamwoord
zwart
- (kleur) zwart; achromatische kleur die wordt waargenomen als een voorwerp helemaal geen licht weerkaatst of uitstraalt
Bijvoeglijk naamwoord
zwart
Limburgs
Uitspraak
- IPA: /ˈzwɑrt/ (Etsbergs)
Bijvoeglijk naamwoord
zwart
Zelfstandig naamwoord
zwart o
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
geheel | gemuteerd | verkleind | gemuteerd verkleind | geheel | gemuteerd | verkleind | gemuteerd verkleind | |
nominatief | zwart | swart | - | - | zwarter | swarter | - | - |
genitief | zwarts | swarts | - | - | zwarter | swarter | - | - |
locatief | zwartes | swartes | - | - | zwartese | swartese | - | - |
datief | zwarte | swarte | - | - | zwarter | swarter | - | - |
accusatief | zwart | swart | - | - | zwarter | swarter | - | - |
Nedersaksisch
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwart | zwarten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
zwart
- (kleur) zwart; achromatische kleur die wordt waargenomen als een voorwerp helemaal geen licht weerkaatst of uitstraalt
Bijvoeglijk naamwoord
zwart
Sallands
Zelfstandig naamwoord
zwart
- (kleur) zwart; achromatische kleur die wordt waargenomen als een voorwerp helemaal geen licht weerkaatst of uitstraalt
Bijvoeglijk naamwoord
zwart
Twents
Zelfstandig naamwoord
zwart
- (kleur) zwart; achromatische kleur die wordt waargenomen als een voorwerp helemaal geen licht weerkaatst of uitstraalt
Bijvoeglijk naamwoord
zwart
Veluws
Zelfstandig naamwoord
zwart
- (kleur) zwart; achromatische kleur die wordt waargenomen als een voorwerp helemaal geen licht weerkaatst of uitstraalt
Bijvoeglijk naamwoord
zwart
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be