• oran·je·rood
enkelvoud meervoud
naamwoord oranjerood
verkleinwoord

het oranjeroodo

  1. (kleur) een kleur tussen rood en oranje in
    • Heeft u die ook in het oranjerood? 
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen oranjerood oranjeroder oranjeroodst
verbogen oranjerode oranjerodere oranjeroodste
partitief oranjeroods oranjeroders -

oranjerood

  1. (kleur) de kleur oranjerood hebbend
    • Hij rijdt in een oranjerode auto.