scharlaken
- Geluid: scharlaken (hulp, bestand)
- schar·la·ken
- In de betekenis van ‘roodgeverfde wollen stof’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1263.[1]
- Middelnederlands scarlāken ‘scharlaken (stof), kledingstuk daarvan gemaakt’, leenwoord door volksetymologie aangepast onder invloed van lāken ‘laken’ uit Oudfrans escarlate, overgenomen uit middeleeuws Latijn scarlatum, -a, ontleend aan Perzisch saqirlāt (سقرلات) ‘met cochenille rood geverfd kleed’, nevenvorm van saqallāt.[2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | scharlaken | - |
verkleinwoord | - | - |
het scharlaken o
- (kleur) een helderrode kleur die naar oranje zweemt
- Kardinalen dragen vaak scharlaken.
- (kleding), (geschiedenis) een fijn, roodgeverfd wollen weefsel uit de middeleeuwen
- Het woord scharlaken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "scharlaken" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Kleuren in het Nederlands (nld) (de kleuren zijn slechts indicatief) (zie ook: RAL-kleuren)
- ↑ "scharlaken" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ scharlaken op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be