Periodiek systeem der elementen (nld)
H He
Li Be B C N O F Ne
Na Mg Al Si P S Cl Ar
K Ca Sc Ti V Cr Mn Fe Co Ni Cu Zn Ga Ge As Se Br Kr
Rb Sr Y Zr Nb Mo Tc Ru Rh Pd Ag Cd In Sn Sb Te I Xe
Cs Ba * Hf Ta W Re Os Ir Pt Au Hg Tl Pb Bi Po At Rn
Fr Ra ** Rf Db Sg Bh Hs Mt Ds Rg Cn Nh Fl Mc Lv Ts Og
* La Ce Pr Nd Pm Sm Eu Gd Tb Dy Ho Er Tm Yb Lu
** Ac Th Pa U Np Pu Am Cm Bk Cf Es Fm Md No Lr
  • zil·ver
  • Leenwoord uit het Akkadisch, in de betekenis van ‘chemisch element’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 901 [1]
  • In het Latijn heet zilver argentum, waar zilver het symbool Ag aan dankt.
enkelvoud meervoud
naamwoord zilver -
verkleinwoord

het zilvero

  1. (scheikunde), (element) scheikundig element met symbool Ag en atoomnummer 47. Het is een zilverkleurig overgangsmetaal
     Zo ontmoette ik een stel uit Taiwan dat compleet in het zilver was gekleed tegen de felle zon.[2]
  2. (kleur) de kleur van zilver
    • Heeft u die ook in het zilver? 
  3. zilveren medaille voor de tweede plaats in een wedstrijd
  • Spreken is zilver, zwijgen is goud
soms kun je beter je mond houden
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]