marine
![]() |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ma·ri·ne
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘militair zeewezen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1650 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | marine | marines |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
marine
- (militair) (scheepvaart) v strijdmacht die voor oorlogvoering op zee kan worden ingezet, zeemacht
- (kleur) bepaalde donkere kleur blauw
- Heeft u die ook in het marine?
Synoniemen
- [2] marineblauw
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
- [1] landmacht, luchtmacht
- marien
Anagrammen
Vertalingen
1. zeemacht
Bijvoeglijk naamwoord
marine
- (kleur) de kleur marineblauw, donkerblauw hebbend
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord marine staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "marine" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Kleuren in het Nederlands (nld) (de kleuren zijn slechts indicatief) (zie ook: RAL-kleuren)
Verwijzingen
- ↑ "marine" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑ www.parool.nl (15 apr 2022)
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Frans
Bijvoeglijk naamwoord
marine
- vrouwelijk enkelvoud van marin
Italiaans
Uitspraak
Woordafbreking
- ma·ri·ne
Bijvoeglijk naamwoord
marine
- vrouwelijk meervoud van marino