• zee·groen
enkelvoud meervoud
naamwoord zeegroen
verkleinwoord

het zeegroeno

  1. (kleur) blauwachtig groen, kleur van de zee
    • Heeft u die ook in het zeegroen? 
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen zeegroen zeegroener zeegroenst
verbogen zeegroene zeegroenere zeegroenste
partitief zeegroens zeegroeners -

zeegroen

  1. (kleur) de kleur zeegroen hebbend
    • Hij rijdt in een zeegroene auto. 
97 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be