rose
- ro·se
- Van het Franse rose.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rose | |
verkleinwoord | - | - |
het rose o
- (kleur) een zeer bleekrode tertiaire kleur
rose
stellend | |
---|---|
onverbogen | rose |
verbogen | rose |
- (kleur) de kleur rose hebbend
- We hebben een rose flamingo gezien.
- door een rose bril bekijken.
zaken al te positief bezien.
Kleuren in het Nederlands (nld) (de kleuren zijn slechts indicatief) (zie ook: RAL-kleuren)
- Het woord 'rose' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
rose
enkelvoud | meervoud |
---|---|
rose | roses |
rose
- (plantkunde) roos
- (RAL-kleur) bleekrood, een kleur met RAL-nummer 3017
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
mannelijk / vrouwelijk |
rose | roses |
rose
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
rose | le rose | roses | les roses |
rose m
rose v
rose