koraal
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ko·raal
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het me Latijn, in de betekenis van ‘kerkgezang’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1612 [1]
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘poliepenskelettenmassa’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koraal | koralen |
verkleinwoord | koraaltje | koraaltjes |
Zelfstandig naamwoord
koraal o
- (dierkunde) skelet van de koraalpoliep [2]
- (kleur) een oranjerode kleur, de kleur van koraal
- (religie) (muziek) plechtig kerkgezang [3]
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. skelet van de koraalpoliep
Gangbaarheid
- Het woord koraal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "koraal" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Kleuren in het Nederlands (nld) (de kleuren zijn slechts indicatief) (zie ook: RAL-kleuren)
Verwijzingen
- ↑ 1,0 1,1 "koraal" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ koraal op website: Etymologiebank.nl
- ↑ koraal op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be