koraalslangachtigen


Nederlands

 
Neelaps calonotus   uit Australië.
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • ko·raal·slang·ach·ti·gen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord koraalslangachtigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de koraalslangachtigenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord koraalslangachtige
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (reptielen) een familie Elapidae   van de slangen
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Verwante begrippen


Gangbaarheid

Meer informatie