Een juveniel exemplaar uit het Kgalagadi Transfrontier Park, Zuid-Afrika.
  • (IPA in voorbereiding)
  • ge·wo·ne pof·ad·der
enkelvoud meervoud
naamwoord gewone pofadder gewone pofadders
verkleinwoord gewoon pofaddertje gewone pofaddertjes

de gewone pofadderv / m

  1. (reptielen) Bitis arietans   een zeer giftige slang uit de familie adders (Viperidae  )