Nederlands

 
regenboogslang (Xenopeltis unicolor) uit: Rooij, Nelly de. 1915. The reptiles of the Indo-Australian archipelago. Leiden. Vol. 2
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • aard·slan·gen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aardslangen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aardslangenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord aardslang
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (reptielen) een familie Xenopeltidae   van slangen die deels ondergronds leven
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Verwante begrippen
Verwante begrippen


Gangbaarheid

Meer informatie