Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • lui·paard·slang
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord luipaardslang luipaardslangen
verkleinwoord luipaardslangetje luipaardslangetjes

Zelfstandig naamwoord

de luipaardslangv / m

  1. (reptielen) Zamenis situla   een niet-giftige slang uit de familie toornslangachtigen en de onderfamilie Colubrinae  
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie