Sommige slangen, zoals deze gewone kousenbandslang, komen ook veel voor in bewoonde gebieden
  • (IPA in voorbereiding)
  • slan·gen
enkelvoud meervoud
naamwoord slangen
verkleinwoord

de slangenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord slang
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (reptielen) een onderorde Serpentes   van aan hagedissen verwante reptielen die behoren tot de orde schubreptielen (Squamata  ). Alle soorten worden gekenmerkt door een naar verhouding zeer lang en dun lichaam en het ontbreken van ledematen. Slangen zijn duidelijk te onderscheiden van alle andere dieren en de meeste andere reptielen als krokodilachtigen, schildpadden en brughagedissen. Met sommige groepen van hagedissen is het onderscheid echter niet zo duidelijk
     Waakzaam schoten mijn ogen alle kanten op, speurend naar verborgen slangen in het struikgewas.[1]


99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be