gehoornde pofadder

Nederlands

 
Een exemplaar uit Namibië.
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • ge·hoorn·de pof·ad·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gehoornde pofadder gehoornde pofadders
verkleinwoord gehoornd pofaddertje gehoornde pofaddertjes

Zelfstandig naamwoord

de gehoornde pofadderv / m

  1. (reptielen) Bitis caudalis   een giftige slang uit de familie Viperidae   (adders)
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie