demoniem
inwoner Zuid-Afrikaan
vrouwelijke inwoner Zuid-Afrikaanse
bijvoeglijk Zuid-Afrikaans
  • Zuid-Afri·ka
enkelvoud bezitsvorm meervoud
naamwoord Zuid-Afrika Zuid-Afrikas -
verkleinwoord - - -

Zuid-Afrika o

  1. (toponiem: land) land in het zuiden van Afrika met Afrikaans, Engels, Zoeloe, Xhosa, Swazi, Ndebele, Zuid-Sotho, Noord-Sotho, Tswana, Venda, en Tsonga als officiële talen
Landen in Afrika in het Nederlands
AlgerijeAngolaBeninBotswanaBurkina FasoBurundiCentraal-Afrikaanse RepubliekComorenCongo-BrazzavilleCongo-KinshasaDjiboutiEgypteEquatoriaal-GuineaEritreaEthiopiëGabonGambiaGhanaGuineeGuinee-BissauIvoorkustKaapverdiëKameroenKeniaLesothoLiberiaLibiëMadagaskarMalawiMaliMarokkoMauritaniëMauritiusMozambiqueNamibiëNigerNigeriaOegandaRwandaSao Tomé en PrincipeSenegalSeychellenSierra LeoneSoedanSomaliëSwazilandTanzaniaTogoTsjaadTunesiëZambiaZimbabweZuid-AfrikaZuid-Soedan