• Ma·da·gas·kar
demoniem
inwoner Malagassiër
vrouwelijke inwoner Malagassische
bijvoeglijk Malagassisch
enkelvoudbezitsvorm meervoud
naamwoord MadagaskarMadagaskars -
verkleinwoord -- -

Madagaskar

  1. (toponiem: eiland) eiland ten oosten van zuidelijk Afrika
  2. (toponiem: land) staat op het bovengenoemde eiland, de Republiek Madagaskar

Madagaskar

  1. (toponiem: eiland) Madagaskar; eiland voor de oostkust van Afrika
  2. (toponiem: land) Madagaskar; staat op het bovengenoemde eiland, de Republiek Madagaskar

Madagaskar

  1. (toponiem: land) Madagaskar

Madagaskar

  1. (toponiem: eiland) Madagaskar; eiland voor de oostkust van Afrika
  2. (toponiem: land) Madagaskar; staat op het bovengenoemde eiland, de Republiek Madagaskar

Madagaskar

  1. (toponiem: eiland) Madagaskar; eiland voor de oostkust van Afrika
  2. (toponiem: land) Madagaskar; staat op het bovengenoemde eiland, de Republiek Madagaskar
Madagaskar demoniem
inwoner Madagaskarčan
vrouwelijke inwoner Madagaskarčanka
bijvoeglijk madagaskarský

Madagaskar m

  1. (toponiem: land) Madagaskar; eilandstaat in Afrika
  2. (toponiem: eiland) Madagaskar; eiland voor de oostkust van Afrika
Madagaskar demoniem
inwoner Madagaskarec / Madagaskařan
vrouwelijke inwoner Madagaskarka / Madagaskařanka
bijvoeglijk madagaskarský
  • IPA: /madagaskar/
  • Ma·da·ga·s·kar
Landen in Afrika in het Tsjechisch

* Afhankelijk van de gebruikte definitie liggen de staten met een sterretje soms geheel of gedeeltelijk buiten Azië

Madagaskar

  1. (toponiem: eiland) Madagaskar; eiland voor de oostkust van Afrika
  2. (toponiem: land) Madagaskar; staat op het bovengenoemde eiland, de Republiek Madagaskar

Madagaskar

  1. (toponiem: eiland) Madagaskar; eiland voor de oostkust van Afrika
  2. (toponiem: land) Madagaskar; staat op het bovengenoemde eiland, de Republiek Madagaskar