Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • ma·da·gas·kar·ja·ca·na
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord madagaskarjacana madagaskarjacana's
verkleinwoord madagaskarjacanaatje madagaskarjacanaatjes

Zelfstandig naamwoord

madagaskarjacana

  1. (steltloperachtigen) Actophilornis albinucha   een steltloperachtige uit de familie van de jacana's (Jacanidae). De soort is endemisch in Madagaskar. De grootte van de populatie is in 2016 geschat op 800-1600 volwassen vogels. Op de rode lijst van de IUCN   heeft deze soort de status bedreigd
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie