endemisch
- en·de·misch
- van Frans endémique bn , in de betekenis van ‘niet elders voorkomend’ aangetroffen vanaf 1821 [1] [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | endemisch | endemischer | |
verbogen | endemische | endemischere | |
partitief | endemisch | endemischers | - |
endemisch
- (biologie) van nature alleen in een specifiek gebied voorkomend
1. van nature alleen in een specifiek gebied voorkomend
- Het woord endemisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "endemisch" herkend door:
66 % | van de Nederlanders; |
66 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ endemisch op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "endemisch" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
endemisch
- endemisch; inheems.