• Kon·go
enkelvoud meervoud
naamwoord Kongo
verkleinwoord
enkelvoud bezitsvorm meervoud
naamwoord Kongo - -
verkleinwoord - - -

het Kongoo

  1. geen meervoud (taal) groep talen gesproken door 7 miljoen mensen in Congo-Kinshasa, Congo-Brazzaville en Angola

de Kongom

  1. verouderde spelling of vorm van Congo tot 1996


Kongo demoniem
inwoner Konžan
vrouwelijke inwoner Konžanka
bijvoeglijk konžský
  • IPA: /kɔŋgɔ/

Kongo o

  1. (toponiem) Kongo, Congo; een rivier in Centraal-Afrika
  2. (toponiem) Congo, Congo-Brazzaville; een land in Centraal-Afrika
  3. (toponiem) Congo-Kinshasa, Democratische Republiek Congo; een land in Centraal-Afrika
  1. (verouderd) Zair m
  2. Konžská republika v
  3. Konžská demokratická republika v, (verouderd) Zair m


Kongo demoniem
inwoner Konžan / Kongan
vrouwelijke inwoner Konžanka / Konganka
bijvoeglijk konžský / kongský
  • IPA: /kɔŋgɔ/
  • Kon·go

Kongo o

  1. (toponiem: rivier) Kongo, Congo; een rivier in Centraal-Afrika
  2. (toponiem: land) Congo, Congo-Brazzaville; een land in Centraal-Afrika
  3. (toponiem: land) Congo-Kinshasa, Democratische Republiek Congo; een land in Centraal-Afrika
  4. (muziek) conga
  5. (taal) Kongo, Kikongo
  1. (verouderd) Zair m onbezield
  2. Republika Kongo, Konžská republika v, Kongo-Brazzaville
  3. Demokratická republika Kongo, Kongo-Kinshasa, (verouderd) Zair m onbezield
  4. -
  5. kongština v, konžstina v, kikongo o
  1. řeka v
  2. stát m onbezield, země v
  3. stát m onbezield, země v
  4. hubební nástroj m onbezield
  5. jazyk m onbezield
Landen in Afrika in het Tsjechisch

* Afhankelijk van de gebruikte definitie liggen de staten met een sterretje soms geheel of gedeeltelijk buiten Azië