Zuid-Afrikaanse
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Zuid-Afri·kaan·se
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van Zuid-Afrikaans met het achtervoegsel -e
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Zuid-Afrikaanse | Zuid-Afrikaansen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Zuid-Afrikaanse v
- (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Zuid-Afrika, of een vrouw afkomstig uit Zuid-Afrika
Verwante begrippen
Demoniemen bij Zuid-Afrika in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Zuid-Afrikaan • inwoonster: Zuid-Afrikaanse • bijvoeglijk: Zuid-Afrikaans |
Bijvoeglijk naamwoord
Zuid-Afrikaanse
- verbogen vorm van de stellende trap van Zuid-Afrikaans
Gangbaarheid
- Het woord Zuid-Afrikaanse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.