lichtgeel
- licht·geel
- samenstelling van licht en geel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lichtgeel | |
verkleinwoord |
het lichtgeel o
- (kleur) een lichte kleur geel
- Heeft u die ook in het lichtgeel?
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | lichtgeel | lichtgeler | lichtgeelst |
verbogen | lichtgele | lichtgelere | lichtgeelste |
partitief | lichtgeels | lichtgelers | - |
lichtgeel
- (kleur) de kleur lichtgeel hebbend, een kleur geel
- Hij rijdt in een lichtgele auto.
- Het woord lichtgeel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lichtgeel" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Kleuren in het Nederlands (nld) (de kleuren zijn slechts indicatief) (zie ook: RAL-kleuren)