• vaal·geel
enkelvoud meervoud
naamwoord vaalgeel
verkleinwoord

het vaalgeelo

  1. (kleur) een vaal geworden kleur geel
    • Heeft u die ook in het vaalgeel? 
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen vaalgeel vaalgeler vaalgeelst
verbogen vaalgele vaalgelere vaalgeelste
partitief vaalgeels vaalgelers -

vaalgeel

  1. (kleur) de kleur vaalgeel hebbend
    • Hij rijdt in een vaalgele auto. 
80 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be