rozet

Nederlands

de rozet v / m

ronde versiering, met onderdelen die in cirkels rond het middelpunt zijn gerangschikt
- Het leer is uitgedroogd en vertoont op sommige plekken scheurtjes én de gebruikelijke rozet op een van de flappen ontbreekt', luidt het op de website. ^[3]
- Aan de kant van de ring wordt door de toeschouwers, veelal ook veehouders, het rondsjokkend vee druk bediscussieerd. ‘Beste benen, goed uier, een koe met veel exterieur’ is het jargon van een veehouder voor erg mooie koe. En daarvoor is een passende beloning. De rood-wit-blauwe rozet... ^[4]
(kookkunst) voedsel geserveerd als een rond hapje met een vorm die aan een roos doet denken
▸ Spuit mooie rozetten op het bakpapier van ongeveer 5 cm doorsnede. Als een rozet mislukt doe je de puree terug in de spuitzak en doe je het overnieuw.^[5]
(bouwkunde) rond muuranker met een haak waaraan men wat kan bevestigen
- De bovenleiding werd in de bebouwde kom (Marktstraat, Langestraat, Klomp, Marthalaan) gemonteerd aan rozetten: zware muurankers met een haak waar de elektrische draad aan vast zat. ^[6]

[1] Aan het lint van deze draagspeld zit een rood-wit-blauw rozet.
[3] De kabel voor de bovenleiding van de tramroute in Erfurt werd gemonteerd aan een rozet.

[1] termen uit de faleristiek:

Het woord rozet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

86 %	van de Nederlanders;
80 %	van de Vlamingen.^[7]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	rozet	rozetten
verkleinwoord	rozetje	rozetjes