Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • me·dail·le
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘erepenning’ voor het eerst aangetroffen in 1567.[1]
  • Het Franse woord vindt zijn oorsprong in vroegmiddeleeuws Latijn medalia, waarschijnlijk (via dissimilatie) van medialia, een vorm van het bijvoeglijk naamwoord medialis; alternatief en minder waarschijnlijk zou medalia zijn oorsprong kunnen vinden in metallum (= metaal).[2]
enkelvoud meervoud
naamwoord medaille medailles
verkleinwoord medailletje medailletjes

Zelfstandig naamwoord

de medaillev / m

  1. metalen schijf, in het bijzonder als onderscheidingsteken na bepaalde prestaties, zoals bij sporters en militairen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • De andere kant/keerzijde van de medaille
Het andere, minder prettige aspect van iets
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen